
Julius Samuel – 50 jaar horlogemaker
Julius Samuel – 50 jaar horlogemaker
Delmenhorst
Gedenkplaats, Joodse begraafplaats
Tot Hitlers NSDAP in 1933 aan de macht kwam, had de gemeente Delmenhorst een groeiende Joodse bevolking. .Vanaf 1933 nam in heel Duitsland de rassenhaat toe. Op 1 april 1933 werd de Joodse winkel geboycot en in de volgende jaren nam de rassenhaat en het antisemitisme toe. Met als dieptepunt het in brand steken van de synagoge. Na invoering van de rassenwetten en door de toegenomen haat hebben veel Joodse inwoners geprobeerd te emigreren. De overgebleven Joden zijn gedeporteerd. Met als gevolg dat er in 1940 geen enkele Joodse inwoner meer was in Delmenhorst. De geplaatste stolpersteine laten pijnlijk duidelijk zien dat er veel inwoners het slachtoffer zijn geworden van het nazi-regime.
Sommige inwoners zochten een veilig heenkomen in Nederland. Leo Haas besloot al in 1933 te emigreren naar Nederland, hij liet daarbij zijn vrouw en zoon achter. In Nederland is hij later hertrouwd met Selma. Ook in Nederland kon hij niet ontkomen aan de nazi's. In 1943 heeft hij vastgezeten in Kamp Vught, waar vandaan hij is getransporteerd naar Kamp Westerbork. Een maand na zijn aankomst is hij op 13 juli 1943 gedeporteerd naar Sobibor, waar hij direct na aankomst is vermoord. Over het lot van zijn eerste vrouw en zoon is weinig bekend, beide zijn in 1941 gedeporteerd en overleden in het ghetto van Minsk. In Nederland is Leo hertrouwd met Selma Haas, Selma is in 1943 omgekomen in Sobibor. Julius en Gertrude Samuel woonden samen met hun 3 kinderen in Delmenhorst. Hun gezin viel in 1935 uiteen. Vanwege de toegenomen spanningen vluchtte dochter Ruth naar Chili en zoon Heinz naar Engeland. Samen met zoon Kurt vluchtten Julius en Gertrude naar Nederland. Kurt en zijn ouders woonden in Amsterdam aan de Geulstraat 5, hier werkten vader en zoon samen als horlogemaker. In het Joods Weekblad werd in juni 1942 door moeder en Kurt nog een advertentie geplaatst om Julius te feliciteren met zijn 50-jarige loopbaan als horlogemaker. Ruth en Heinz zouden Kurt en hun ouders nooit meer weerzien, want Julius en Gertrude werden op 29 juni 1943 vanuit Westerbork getransporteerd naar Sobibor. Daar zijn beiden op 2 juli 1943 overleden. Over Kurt is bekend dat hij al op 30 september 1942 in Auschwitz is overleden.